Werkwoordspelling Spelling Algemeen Grammatica Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid Argumenteren Formuleren Literatuur

Suggesties, opmerkingen of vragen?

Stuur een berichtje naar

dekrosse@hotmail.com

ONLINENEDERLANDS  De volledige online lesmethode voor op het digibord

Iedereen mag alles van deze website gebruiken voor educatieve doeleinden. Copyright op de website en de volledige inhoud ligt bij de maker ervan: M. de Krosse

Op de hoogte blijven van

aanpassingen en aanvullingen?

Volg Online Nederlands op Facebook

1. Vroeger (vinden) ik de winters in Nederland veel leuker.

2. Toen (vallen) er tenminste nog een flink pak sneeuw.

3. Bovendien (vriezen) toen alle kanalen, grachten en meren dicht.

4. Je (kunnen) tijdens die winters kilometers schaatsen.

5. Toen (zijn) je nog niet aangewezen op kunstijsbanen.

6. Het aapje (klimmen) vanmorgen razendsnel de boom in.

7. Hij (hebben) daar gisteren al een enorme tros bananen zien hangen.

8. Maar toen (krijgen) het aapje geen kans.

9. Want hij (worden) tot nu toe iedere keer nog weggejaagd door de opzichter.

10. Maar vanmorgen (hebben) hij geluk.

Naar de antwoorden Naar de oefening Werkwoordspelling > persoonsvorm verleden tijd > oefening 5