Werkwoordspelling Spelling Algemeen Grammatica Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid Argumenteren Formuleren Literatuur

Suggesties, opmerkingen of vragen?

Stuur een berichtje naar

dekrosse@hotmail.com

ONLINENEDERLANDS  De volledige online lesmethode voor op het digibord

Iedereen mag alles van deze website gebruiken voor educatieve doeleinden. Copyright op de website en de volledige inhoud ligt bij de maker ervan: M. de Krosse

Op de hoogte blijven van

aanpassingen en aanvullingen?

Volg Online Nederlands op Facebook

1. De (muilkorven) hond zag er erg gevaarlijk uit.

2. De eigenaar (raden, vt) me aan om de hond niet te aaien.

3. Daarom (houden, vt) ik me afzijdig.

4. Het beest (grommen, tt) dat het een lieve lust is.

5. Waarschijnlijk (vinden, tt) hij mij niet lief.

6. Vanachter zijn muilkorf (lachen, vt) hij zijn tanden bloot.

7. Als hij de kans kreeg, had hij mij (vermoorden).

8. Het (verhitten) beest bleef maar tekeer gaan.

9. Het (rusten) niet voordat ik volledig uit het zicht verdwenen was.

10. Zij woede stond nog lang in mijn geheugen (griffen).

Naar de antwoorden Naar de oefening Werkwoordspelling > alle werkwoorden > oefening 26