Werkwoordspelling Spelling Algemeen Grammatica Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid Argumenteren Formuleren Literatuur

Suggesties, opmerkingen of vragen?

Stuur een berichtje naar

dekrosse@hotmail.com

ONLINENEDERLANDS  De volledige online lesmethode voor op het digibord

Iedereen mag alles van deze website gebruiken voor educatieve doeleinden. Copyright op de website en de volledige inhoud ligt bij de maker ervan: M. de Krosse

Op de hoogte blijven van

aanpassingen en aanvullingen?

Volg Online Nederlands op Facebook

1. Heb jij wel eens een (pletten) banaan gezien?

2. Ik wel nadat mijn dikke tante erop had (zitten).

3. Ik weet zelf ook niet zo goed waarom ik die banaan op haar stoel had (leggen).

4. Eigenlijk (verwachten, vt) ik dat ze de banaan wel op tijd zou zien.

5. De smurrie (kleven, vt) aan haar jurk.

6. En toen (barsten, vt) de bom.

7. Natuurlijk werd ik flink (straffen).

8. De rest van de dag ben ik op mijn kamer (blijven).

9. Daar vond ik een (verroesten) spijker.

10. Maar dat (hebben, tt) niets met bananen of dikke tantes te maken.

Naar de antwoorden Naar de oefening Werkwoordspelling > bijvoeglijk naamwoord > oefening 17