Werkwoordspelling Spelling Algemeen Grammatica Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid Argumenteren Formuleren Literatuur

Suggesties, opmerkingen of vragen?

Stuur een berichtje naar

dekrosse@hotmail.com

ONLINENEDERLANDS  De volledige online lesmethode voor op het digibord

Iedereen mag alles van deze website gebruiken voor educatieve doeleinden. Copyright op de website en de volledige inhoud ligt bij de maker ervan: M. de Krosse

Op de hoogte blijven van

aanpassingen en aanvullingen?

Volg Online Nederlands op Facebook

1. Ik heb al drie jaar mijn haar niet meer (kammen).

2. Natuurlijk heb ik het wel elke dag (wassen).

3. Ik moet weer naar de kapper, want het is alweer flink (groeien).

4. Mijn oudere broer (scheren) zich elke dag.

5. Vanmorgen heb ik mij voor het eerst (scheren).

6. Ik (vinden) het wel stoer dat ik me moet scheren.

7. Mijn broer (moeten) lachen toen hij het zag.

8. ‘Voor mij (blijven) je gewoon een kind,’ zei hij grinnikend.

9. Dat (vinden, tt) ik natuurlijk niet leuk.

10. Maar ja, hij (vinden, tt) het nou eenmaal leuk om mij te pesten.

Naar de antwoorden Naar de oefening Werkwoordspelling > voltooid deelwoord > oefening 11